Categorieën bekijken

Droogvallen op hard zand

3 min leestijd

Door Jaap van ’t Hek en Martijn Sillevis (destijds met de Meermin

Als je één keer (!) met de vlet bent drooggevallen op het Wad ben je binnen de VYC meteen ervaringsdeskundige en daarom ons verhaal. We deden dit samen met vrienden die dat regelmatig doen met de Tjalk waarop zij ook wonen. Zij zijn heel ervaren.

Om te beginnen is het goed te weten met welk tij je uitvaart en waar de plaat ligt waarop je droog wilt vallen. Wij deden het zo dat we een plek uitkozen waar bij neergaand tij nog maar een paar centimeter water onder het schip was. Daar bleven we stationair (met de kop op de stroming) liggen tot een bonkerig geluid ons liet weten dat we het zand af en toe raakten. Gaandeweg ging het zachtjes bonken over in alleen nog het geluid van de motor en de golfjes; we lagen vast. Vanaf de tjalk kwamen de vrienden door het water waden met een blad met oorlam om ons te dopen tot “droogligger”. Na enige tijd kwamen we daadwerkelijk droog te liggen en gingen we via de zwemtrap van boord. Hard zand, maar ook wel vettig en we lagen een tikje scheef. Dat kwam omdat we in onze pogingen op de stroom te blijven liggen, met de schroef een geul hadden weggeblazen en een van de (verlengde) kimkielen lag precies in die gleuf. Niet ernstig, wel leerzaam.

Vervolgens gingen we wandelend op zoek naar schelpen, rare beestjes, vogels en ander gespuis in de oorverdovende stilte.

Teruggekomen legden we het anker met de hand uit, zo’n meter of tien voor de boeg en lekker ingebed in het zand. Nog een wandeling, een borrel en een maaltijd later gingen we weer terug aan boord (het gangboord inmiddels behoorlijk viezig van zand en blubber) en wachtten we het stijgen van het water weer af. Het was inmiddels donker toen het bonken weer begon; er kwam zoveel water onder het schip dat het drijven weer begon. Nog wel even spannen of we ook echt goed op het anker bleven liggen in het donker, maar na een paar keer checken durfden we het aan te gaan slapen.

De volgende ochtend werden we wakker terwijl we weer op het zand lagen. Heel gek, de boot was zo’n 90 graden gedraaid, evenals de andere schepen en het perspectief van hoe we ten opzichte van elkaar lagen, was helemaal anders. Deze keer lagen we helemaal horizontaal op het vlakke zand van de plaat.

Toen het water weer opnieuw was gestegen en we weer dreven, startten we de motor, haalden het anker op, namen we afscheid van onze vrienden en voeren we, een intense beleving rijker, weer naar Harlingen.

Belangrijk in deze is het dat er verlengde kimkielen waren. Zonder een verlengde kimkiel zou een valkvlet altijd iets schuin liggen, afhankelijk van de ondergrond, hard of zachte blubber. (meestal is er een harde ondergrond op de wadden, m.u.v. diverse waddenhavens die met het laagtij leeglopen).

Mijn ervaring is dat de Meermin, met lange kimkielen, goed horizontaal bleef liggen op het wad en dat we kortere kimkielen op de Blauwe Wikel hebben waardoor hij ietsje scheef zou vallen (maar nog niet geprobeerd). Omdat bij scheefvallen er iets meer druk op de lage kant komt, is er een groter risico dat die kimkiel wat verder wegzakt. Om die reden heeft Ronnie ons geadviseerd om op de kimkielen een smalle dwarsplaat te lassen. Daarmee wordt het een soort T-profiel. Dit was heel betaalbaar, terwijl nieuwe of verlengde kimkielen behoorlijk aan de prijs zouden zijn.

Mogelijk gemaakt door BetterDocs